Onderzoekers van de TU/e, Máxima MC en The Gate richten AquaWomb op. De startup richt zich op de ontwikkeling van een watercouveuse, die veel te vroeg geboren kinderen een betere start moet geven. Zij kunnen dankzij de couveuse onder water doorgroeien tot ze klaar zijn om lucht in te ademen.
AquaWomb is opgericht door onderzoekers Myrthe van der Ven en Guid Oei samen met business developer Marcel Quist. In samenwerking met de TU/e wil het drietal een werkende watercouveuse naar de klinische praktijk brengen. De startup richt zich daarbij specifiek op de klinische omgeving waarin zeer vroeggeboren kinderen verzorgd en verpleegd worden. In Nederland gebeurt dat doorgaans op een neonatale intensive care unit (NICU).
Longen werken nog niet optimaal
Veel te vroeg geboren kinderen zijn nog niet klaar om buiten de baarmoeder en daarmee in de lucht te functioneren. Zo kunnen kinderen met zuurstofgebrek te maken krijgen doordat hun longen nog niet optimaal werken. De afgelopen jaren is een Horizon 2020-onderzoek uitgevoerd door de TU/e met verschillende partners, zoals het Máxima MC, Medsim, en Uniklinik RWTH Aachen. De focus lag daarbij op het verbeteren van de zorg voor deze kinderen. Niet alleen om de overlevingskansen te verbeteren, maar ook om het aantal complicaties na de geboorte en gevolgen op de lange termijn te verminderen.
Van der Van en Oei werkten aan een speciaal soort couveuse waar een te vroeg geboren baby direct vanuit de buik onder water in kan worden geplaatst. Dit gebeurt via een keizersnede, waarbij de baby via een speciale transferzak gevuld met kunstmatig vruchtwater wordt overgebracht naar de watercouveuse.
De watercouveuse moet aan speciale eisen voldoen. Zo is het niet alleen belangrijk dat de baby zich in de couveuse verder kan ontwikkelen, maar ook dat zorgverleners goed in de gaten kunnen houden hoe het met de baby gaat. Daarnaast moeten de ouders direct vanaf de geboorte contact kunnen hebben met het kind voor het opbouwen van een band.
Speciale manikin ontwikkeld
AquaWomb richt zich in eerste instantie op het doorontwikkelen van de speciale manikin die in het Horizon 2020-onderzoek is ontworpen door Juliette van Haren en haar collega’s van de faculteit Industrial Design tijdens haar promotieonderzoek. Van der Ven licht toe: “De manikin is niet alleen realistisch qua grootte en gewicht, er zitten ook sensoren in. Zo kunnen we precies meten hoe het met de baby gaat, zoals zuurstof en hartslag, maar ook hersendoorbloeding en temperatuur.”
“Daar zijn digital twin-modellen aan gekoppeld, zodat we meetwaarden realistisch kunnen inschatten of het tijdens de procedures en behandelingen goed gaat met de baby. Dat maakt de manikin niet alleen geschikt voor verder onderzoek, maar juist ook voor het opleiden van iedereen die te maken krijgt met extreme vroeggeboorte, van aanstaande ouders tot verpleegkundigen en gynaecologen.”
“Ouders die een vroeggeboorte verwachten, hebben zeer waarschijnlijk nog nooit een veel te vroeggeboren baby in het echt gezien, laat staan in hun handen gehad,” legt Van der Ven uit. “Daarom denken wij dat er een markt is voor de manikin. Dat is een marktonderzoek dat we direct gaan starten.”
Naamsbekendheid vergroten
AquaWomb wil de komende tijd ook haar naamsbekendheid in de markt vergroten. “Ik verwacht dat we bij veel ziekenhuizen op bezoek zullen gaan om met hun verloskunde en kindergeneeskunde teams te overleggen over hun wensen voor de watercouveuse”, zegt Van der Ven. “Ook gesprekken met ouders van te vroeg geboren kinderen staan op ons programma.”
“Daarnaast kennen we onze concurrentie vrij goed,” licht Van der Ven toe. “Zo zijn er teams in de Verenigde Staten, Australië en Barcelona die al werken aan een watercouveuse. Ze verschillen wel op een belangrijk punt met ons, en dat is dat ze vooral zijn opgezet vanuit de foetale chirurgie in plaats van de verloskunde.”
