Op 27 oktober ondertekenden bijna 60 partijen het convenant waterstof in zware mobiliteit. Het doel? Een dekkend netwerk in Noord-Holland van minstens 8 waterstoftankstations. Deze zullen geschikt zijn voor zware voertuigen, zoals vrachtwagens, mobiele werktuigen en landbouwvoertuigen. Daarnaast is het de bedoeling om de vraag naar waterstof die zorgt voor een gezonde economische grondslag voor deze tankstations te stimuleren.
“Vóór de aanschaf van een waterstofvoertuig, moet er zekerheid zijn dat het tanken van waterstof mogelijk is. En om een waterstoftankstation te kunnen openen, moet er wel vraag zijn. We willen met dit convenant daarom dit ‘kip-ei’-probleem doorbreken.” Dat zegt gedeputeerde Jeroen Olthof.
Waterstof voor zware mobiliteit
Om minder afhankelijk te zijn van fossiele brandstoffen lijkt duurzame waterstof een goed alternatief te zijn voor vrachtwagens, mobiele werktuigen, landbouwvoertuigen en binnenvaart. Maar ondernemers durven nu geen stappen te nemen. Daardoor komt de ontwikkeling van waterstof onvoldoende van de grond.
Vergunningverlening
En hoe zit het eigenlijk met de vergunningverlening? De uitdagingen rond waterstof kunnen de betrokken partijen alleen samen aangaan. De betrokken overheden moeten met leveranciers van voertuigen, met transporteurs en met brandstofleveranciers samenwerken.
Convenant waterstof
Bijna 60 partijen willen werken aan een dekkend netwerk van tankstations en waterstofvoertuigen in Noord-Holland. Op 27 oktober ondertekenden ze tijdens het Innovatiefestival Noord-Holland in Haarlem daarvoor het convenant waterstof in zware mobiliteit. Ze willen hiermee hun ambitie en samenwerking bekrachtigen.
Kansen waterstof
De overstap naar waterstof biedt talloze kansen. Het gebruik van duurzame waterstof stoot minder CO2 uit dan het gebruik van fossiele brandstoffen. Tegelijkertijd draagt het bij aan een schonere lucht omdat het minder fijnstof en stikstof uitstoot. Dat zorgt voor een gezondere leefomgeving. Bovendien levert de overgang naar waterstof nieuwe banen op, in de techniek én in de wetenschap.