De provincies Brabant, Gelderland en Overijssel roepen het kabinet op hun kennis en ervaring in te zetten bij het maken van plannen op het gebied van innovatie en technologie. De drie provincies overhandigden onlangs een position paper aan het ministerie van Economische Zaken in Nieuwspoort, Den Haag.
Meer dan twee derde van de Nederlandse innovatieve maakindustrie is gevestigd in de drie provincies, die zichzelf als het motorblok van de maakindustrie omschrijven. In de provincies zijn onder meer bedrijven actief op het gebied van halfgeleiders, geïntegreerde fotonica en quantumtechnologie, medische technologie gezondheid en life sciences, evenals duurzame voedsel- en biotechnologie. Denk echter ook aan partijen die onderdelen, machines en technologieën leveren aan andere sectoren in Nederland.
‘Economisch motorblok van de innovatieve maakindustrie’
“We zijn het economisch motorblok van de innovatieve maakindustrie, maar zonder scherpe keuzes en focus op deze technologieën, verliest Nederland zijn concurrentiekracht”, zegt de Brabantse gedeputeerde Martijn van Gruijthuijsen (Economie).
De provincies wijzen op diverse grote uitdagingen waar Nederland voor staat. Denk daarbij aan netcongestie, ruimtegebrek, kwetsbare digitale infrastructuur en een tekort aan technisch talent. Tegelijkertijd durven weinig investeerders risico’s te nemen, wat het vinden van financiering voor innovatieve projecten bemoeilijkt.
Noord-Brabant, Gelderland en Overijssel beschikken naar eigen zeggen over de (internationale) netwerken, ervaring en mensen voor het oplossen van deze maatschappelijke problemen. Van Gruijthuijsen: “Het Rijk hoeft alleen maar in te stappen.”
Samen investeren
De provincies roepen de Rijksoverheid op samen te investeren in een agenda op het gebied van deze technologieën, die het volledige proces van het maken van keuzes tot het uitvoeren van concrete projecten omvat. Zij wijzen op onder meer de Nationale Technologie Strategie, het adviestraject van oud-ASML-topman Peter Wennink en het Draghi-rapport over Europese concurrentiekracht, waarin Europese en nationale ambities staan omschreven waarop het voorstel van de provincies aansluit.
De Overijsselse gedeputeerde Erwin Hoogland (Economie) waarschuwt dat wachten geen optie is. “Anders lopen we het risico dat Nederland zijn technologische voorsprong verliest. Onze provincies vormen het hart van de Nederlandse maakindustrie, maar het belang reikt tot ver buiten onze grenzen”, aldus Hoogland.
Diverse focusgebieden
De provincies kennen ieder hun eigen focusgebieden. Zo is Brabant sterk in hightech systeemontwikkeling, machinebouw en geïntegreerde fotonica. Overijssel is een belangrijke speler in medische technologie en fotonica. Gelderland is zeer actief in voedseltechnologie, chipproductie en advanced packaging.
Helga Witjes, gedeputeerde provincie Gelderland: “Bedrijven en kennisinstellingen zijn onmisbaar voor Europa’s weerbaarheid, voor onze banen en voor onze toekomst. In Gelderland hebben we unieke expertise in voedseltechnologie, rond Wageningen en Food Valley, en in semicon, met name de productie van chips en integratietechnologie (packaging). Dat doen we in Nijmegen en in ‘Lifeport’. Tot 2030 leiden we 6.000 mensen op om in de chipindustrie aan de slag te gaan, want dit is de economie van de toekomst. Deze waardeketens zijn strategisch belangrijk voor het toekomstig verdienvermogen en de weerbaarheid van Nederland en Europa.”
Het position paper is hier (pdf) te vinden.
Beeld: Michal Jarmoluk via Pixabay