De gemeente Eindhoven wil Brainport Industries Campus (BIC) overnemen. Het wil zo beter regie kunnen voeren over de ontwikkeling van de campus kunnen vergroten. Dit is volgens de gemeente van belang voor zowel de toekomst van Eindhoven, de Brainportregio als Nederland.
BIC is een belangrijke schakel in het innovatie-ecosysteem van Brainport Eindhoven. Hightech maakbedrijven, ondernemers en onderwijs komen op de campus samen. BIC 1 biedt ruimte voor zo’n 2.000 arbeidsplaats en ongeveer 500 studenten.
De campus is volop in ontwikkeling. Zo is afgelopen zomer het bestemmingsplan van BIC 2 onherroepelijk geworden; de ontwikkeling van deze campus staat voor de komende jaren op de planning. BIC 2 moet twee keer zo groot worden als BIC 1. Daarnaast vindt op het noordelijke deel van de BIC mogelijk de uitbreiding van ASML plaats, dat duizenden nieuwe arbeidsplekken moet creëren.
Brainport is afgelopen zomer door Capreon, dat de huidige eigenaren vertegenwoordigd, aan de gemeente Eindhoven te koop aangeboden. De afgelopen maanden onderhandelden de partijen over een mogelijke deal. En met succes: door de gemeente Eindhoven is een koopovereenkomst gesloten voor de aandelen van BIC 1. Het krijgt hiermee onder andere het bestaande gebouw BIC 1 van zo’n 105.000 m2 in handen, evenals de openbare ruimte rondom het gebouw en de parkeergarage.
De aankoop omvat ook de contracten van meer dan 40 bestaande huurders en de samenwerkende partijen in BIC 1. Capreon blijft de komende drie jaar betrokken en neemt het assetmanagement in deze periode voor rekening, met als doel de continuïteit te waarborgen en kennis over het gebouw te behouden. Deze samenwerking kan worden uitgebreid tot vijf jaar. Ook neemt Capreon de coördinatie van het beheer en onderhoud van het gebouw voor rekening, evenals de communicatie met en uitvoering van de contracten met de huurders en partners.
Wethouder Maes van Lanschot van Financiën en Deelnemingen: “We zijn verheugd met de voorgenomen aankoop van BIC 1 als deelneming van de gemeente Eindhoven. De solide businesscase is een belangrijke financiële randvoorwaarde voor aankoop. Daarnaast biedt de vennootschappelijke structuur de ruimte om betrouwbare publiek-private partners langjarig als mede-eigenaar aan boord te kunnen halen.”
“Op onze campussen worden de banen van morgen gecreëerd en innovaties ontwikkeld die een verschil maken voor de samenleving. Zij vormen het kloppende hart van de nieuwe economie. Hier wordt in binnen- en buitenland met steeds meer interesse naar gekeken. Eigenaar worden van BIC 1 is van strategisch belang”, zegt Wethouder Stijn Steenbakkers van Brainport en Economie.
“Op deze manier kunnen we ons regionale innovatie-ecosysteem verder versterken, de publieke functies in BIC 1 waarborgen, de strategische samenwerking op de hele campus nog beter vorm geven én onze unieke bedrijfseconomische infrastructuur beter beschermen. Doorbouwen aan een krachtige en duurzame toekomst voor Eindhoven en de hele Brainportregio, vraagt om een vooruitstrevende overheid die positie durft te nemen en echt keuzes maakt. De aankoop van BIC 1 is een unieke kans die we dan ook met beide handen willen aangrijpen.”
“We zijn buitengewoon trots op wat we tot nu toe hebben bereikt op de Brainport Industries Campus. We hebben eraan bijgedragen dat BIC volledig is bezet, met de toevoeging van toonaangevende multinationals, start-ups en incubatorbedrijven, naast de aanwezige onderwijs- en overheidsorganisaties. De campus is nu een prime, goed gediversifieerd en stabiel object van institutionele waarde, dat zich bevindt op het snijvlak van vastgoed en een centrale rol speelt in de Brabantse regio en de lokale gemeenschap”, zegt Raphael Noé, CEO van Capreon.
“De volgende stap is om BIC over te dragen aan lokale en overheidsinstanties, waar het thuishoort en zijn missie kan vervullen. We kijken ernaar uit om samen te werken met de gemeente Eindhoven aan deze volgende stappen voor BIC en om door te gaan met het realiseren van zijn missie: dé toonaangevende hub worden voor innovatie, samenwerking en excellentie in de hightech maakindustrie.”
Auteur: Wouter Hoeffnagel
Foto: Janno Nivergall via Pixabay