In mei 2025 bleef de Nederlandse industrie onder druk staan, met een Nevi PMI® van 49.0, iets lager dan de 49.2 van april. Dit cijfer wijst op een verdere, zij het beperkte, verslechtering van de bedrijfsomstandigheden. De PMI combineert indicatoren zoals nieuwe orders, productieomvang, werkgelegenheid, levertijden en voorraadniveaus.
Hoewel de productie licht steeg, vooral in de subsectoren consumptie- en investeringsgoederen, bleef de vraag zwak. Het aantal nieuwe orders daalde voor de tiende keer in elf maanden. Klanten bleven terughoudend met bestellingen, mede door het onzekere economische klimaat. Ook de buitenlandse vraag nam iets af. Door de lichte productiestijging konden bedrijven achterstanden wegwerken, maar dit gebeurde slechts beperkt.
De aanhoudende afname van onvoltooid werk leidde tot forse krimp in werkgelegenheid, de grootste daling sinds december 2023. Bedrijven verminderden hun personeelsbestand via reorganisaties en kostenbesparingen. Ook het inkoopbeleid bleef voorzichtig: het ingekochte materiaal nam voor de twaalfde maand op rij af, vooral door zwakke verkoopcijfers. Bedrijven hielden daarnaast bewust hun voorraadniveaus laag.
Levertijden verbeteren licht
Een positief effect van de lagere vraag was dat leveranciers minder onder druk stonden. Voor het eerst in een jaar verbeterden de gemiddelde levertijden licht. Ook de kostendruk nam verder af: de inkoopprijsinflatie daalde voor de derde maand op rij en bereikte het laagste niveau van 2025 tot nu toe. De prijsstijgingen werden vooral aangedreven door loonkosten en prijzen voor energie, grondstoffen en voedingsmiddelen. Tegelijkertijd hielden producenten hun verkoopprijzen relatief stabiel, met de laagste verkoopprijsinflatie dit jaar.
Optimistisch over de toekomst
Ondanks de huidige uitdagingen blijven de producenten optimistisch over de toekomst. Voor de komende twaalf maanden verwachten zij een toename van de productie, deels dankzij de verwachte komst van nieuwe klanten en orders. Het optimisme nam toe ten opzichte van vorige maand, al blijft het historisch gezien bescheiden.
Albert Jan Swart, sectoreconoom Industrie bij ABN AMRO, merkt op dat de afname van nieuwe orders meevalt gezien de grote onzekerheid. Amerikaanse importeurs betalen nog altijd aanzienlijke invoerheffingen op veel Nederlandse industriële producten, ondanks verlagingen door de VS. Er is echter hoop dat de handelsspanningen tussen de VS en Europa afnemen na de NAVO-top eind juni in Den Haag. Europese lidstaten zullen naar verwachting meer investeren in defensie, mogelijk deels in Amerikaanse wapensystemen, wat het door president Trump vaak bekritiseerde EU-handelsoverschot met de VS kan verkleinen.
