De Europese Commissie wil een streep door het geplande verkoopverbod voor nieuwe auto’s met een verbrandingsmotor vanaf 2035. Zij wil dat autofabrikanten in 2035 de uitstoot van auto’s niet met 100%, maar met 90% moeten hebben teruggedrongen. Dit betekent dat er ook in 2035 ruimte blijft voor de verkoop van auto’s met een traditionele verbrandingsmotor.
Daarmee zet de Europese Commissie een streep door het eerdere plan om de verkoop van auto’s met een verbrandingsmotor vanaf 2035 volledig aan banden te leggen in de Europese Unie (EU). Dit plan kon op flinke kritiek rekenen, zowel vanuit autofabrikanten als diverse EU-lidstaten. Onder meer Duitsland en Italië lobbyen al lange tijd tegen de regelgeving.
‘Verkoopverbod is te streng’
Critici stellen onder meer dat de regels te streng zijn en autofabrikanten onnodig financieel onder druk zetten. Ook wijzen critici op de felle concurrentie vanuit China. Daarnaast vrezen zij voor het verlies van banen.
Het verbod was onderdeel van de duurzaamheidsplannen die zijn opgesteld door voormalig Eurocommissaris Frans Timmermans, en vormde daarbij een van de belangrijkste pijlers. Nog voordat het verbod daadwerkelijk wordt ingevoerd, gaat er dus al een streep doorheen.
90% minder CO₂-uitstoot
Hoewel de regels dus waarschijnlijk worden afgezwakt, zijn de mogelijkheden om nog voertuigen met een verbrandingsmotor te produceren in dat jaar fors beperkt. Zo moeten nieuwe voertuigen vanaf 2035 in totaal 90% minder CO₂ uitstoten dan in 2021. In de praktijk betekent dit waarschijnlijk dat een flink deel van de voertuigen die autofabrikanten produceren elektrisch aangedreven moeten zijn.
Fabrikanten krijgen ook de mogelijkheid om CO₂ die hun voertuigen uitstoten te compenseren. Dit kan door het gebruik van in de EU geproduceerd groen staal, of door het gebruik van schonere brandstoffen.
Niet alle autofabrikanten zijn overigens voorstander van het afzwakken van de regels. Zo schreven autobedrijven Volvo en Polestar, beide in handen van het Chinese Geely, in een brief aan voorzitter van de Europese Commissie Ursula von der Leyen dat het uitstellen van het verbod kortzichtig is. De bedrijven waarschuwen dat de concurrentie vanuit China onverminderd zal doorgaan, en het afzwakken van het verbod tot minder investeringen in onder meer accutechnologie en laadinfrastructuur kan leiden. Om de ontwikkeling van accutechnologie te blijven stimuleren stelt door de Europese Commissie 1,8 miljard euro aan financiële middelen beschikbaar.
Automotive Package
De afgezwakte plannen zijn onderdeel van een breder ‘Automotive Package’ dat de Europese Commissie aankondigt ter ondersteuning van de Europese automotive-industrie. Dit pakket is onder meer gericht op het vergroenen van bedrijfsauto’s en het stimuleren van de productie van betaalbare elektrische voertuigen.
De vereniging van Europese autofabrikanten ACEA is kritisch op de plannen en vindt deze niet ver genoeg gaan. ACEA stelt onder meer dat de plannen de noodzaak van flexibiliteit en technologische neutraliteit erkennen om de groene transitie succesvol te maken. Tegelijkertijd vindt de organisatie het afzwakken niet ver genoeg gaan en wil dat ook de doelstelling voor 2030 wordt versoepeld. Zo moeten nieuwe auto’s in de EU in 2030 55% minder CO₂ uitstoten dan in 2021, terwijl dit percentage voor bestelwagens op 50% ligt. ACEA wijst erop dat deze deadline al over vier jaar is, en wil dat ook deze eisen worden afgezwakt.
ACEA waarschuwt voor averechte effecten
Daarnaast waarschuwt ACEA dat voorwaarden zoals het voorgestelde emissiecompensatiesysteem en ‘made in the EU’-eisen averechte effecten hebben op technologische openheid en concurrentievermogen. De vereniging roept daarom op deze elementen zorgvuldig te evalueren.
Sigrid de Vries, directeur-generaal van ACEA, de Europese organisatie van autofabrikanten, verklaarde: “De voorstellen van vandaag erkennen terecht de noodzaak van meer flexibiliteit en technologische neutraliteit om de groene transitie tot een succes te maken. Dit vormt een belangrijke verandering ten opzichte van de huidige wetgeving. Toch zit de duivel vaak in de details. We zullen het pakket nu bestuderen en samen met medewetgevers werken om de voorstellen waar nodig kritisch te versterken.”