Over iets meer dan 40 jaar wordt de helft van alle producten met de 3D-printer gemaakt. Tenminste, dat valt te verwachten als de ontwikkeling van 3D-printen zich in het huidige tempo en met de bestaande investeringen voortzet. Die ontwikkeling zal op zijn beurt de wereldhandel beïnvloeden en een enorme impact hebben op onder meer de Nederlandse havens, groothandelsbedrijven en logistieke sector. Dat is een van de conclusies van een recent verschenen rapport van ING.
De laatste tijd verschijnen er vooral veel postieve nieuwsberichten als het gaat over 3D-printen. De technieken op dit gebied worden steeds geavanceerder en in veel gevallen levert dat een efficiëntere, snellere en voordeligere productie op. In de maakindustrie wordt de potentie van 3D-printen dan ook steeds meer omarmd. ING plaatst in het rapport ‘3D printing: a threat to global trade’ ook een kleine kanttekening bij de ontwikkeling van deze 21-eeuwse technologie.
Op dit moment is het aandeel van 3D geprinte goederen in de wereldwijde productie nog klein, maar de investeringen in 3D-printers stijgen de laatste vijf jaar drie keer zo snel als investeringen in de traditionele maakindustrie. ‘3D-printing brengt belangrijke voordelen met zich mee, waaronder kostenbesparingen. Bij het produceren met 3D-printers is veel minder menselijk handelen nodig. Daardoor zijn loonkosten niet zo bepalend bij de keuzes voor productielocaties’, zegt Raoul Leering, hoofd Internationaal handelsonderzoek van het ING Economisch Bureau. ‘In plaats van producten te importeren uit lage lonen landen, kunnen deze binnenlands geprint worden’, aldus Leering.
De volgens ING relatief kleine bedrijfstakken lucht- en ruimtevaart en medische hulpmiddelen lopen voorop als het gaat om 3D-printing. Zo worden heupen en gehoortoestellen voor een groot deel binnenlands gemaakt met 3D-printers. Toch zijn het juiste andere sectoren die de grootste neerwaartse invloed hebben op de wereldhandel door groei van 3D-printing. De bedrijfstakken automotive, consumentengoederen en machinebouw investeren ook veel in 3D-printers en hebben een veel groter aandeel in de wereldhandel.
Volgens Leering zal het afzwakken van de wereldhandelsgroei voor Nederland vooral negatieve gevolgen hebben in de havens, de internationale groothandel en de sector transport en logistiek. ‘Die zijn sterk afhankelijk van de wereldhandel. Niet alleen vanwege de vele importen en exporten voor en door Nederlanders maar ook vanwege de functie van Nederland als doorvoerland. Zo levert alleen het transport van (weder)uitvoer deze sector al 31 miljard euro aan omzet op. Logistieke dienstverleners die opslag en Europese distributie doen vanuit Nederland zullen dit gaan merken.’
Daarnaast kan de opkomst van 3D-printing er ook voor zorgen dat Nederlandse bedrijven gaan nadenken over het aanpassen van productieprocessen en de zoektocht naar nieuwe klanten. ‘Het aantal buitenlandse klanten zal afnemen omdat landen zelfvoorzienender worden en dus minder gaan importeren. Maar ook Nederland gaat minder importeren, zodat tegelijkertijd de mogelijkheid toeneemt om op de binnenlandse markt meer klanten te vinden.’
Een gevolg van 3D-printing is dat naar verwachting het Amerikaanse handelstekort relatief snel zal afnemen. De VS importeren meer industriële goederen dan ze exporteren, zodat de vervanging van importen door lokaal geprinte goederen meer extra binnenlandse productie oplevert dan elders verloren gaat door wegvallende exporten. Te meer daar de VS bovengemiddeld veel automotive- en consumentengoederen importeren, twee van de bedrijfstakken die voorop lopen met 3D printing. Gevolg hiervan is dat de politiek gevoelige bilaterale tekorten met China, Duitsland en Mexico kunnen gaan dalen.
Om de mogelijke potentie van 3D-printers op de lange termijn in kaart te brengen, interviewde ING een aantal mensen uit de 3D-printbranche. ‘Het effect van 3D-printing op de economie wordt enorm onderschat’, zegt Lodewijk van der Borg, CEO van de Nederlandse Kaak Groep. ‘Ik verwacht dat in de komende tien of twintig jaar ongeveer de helft van alle industriële producten met 3D-printers wordt gemaakt.’ De Kaak Group begon vorig jaar met een 3D-printer voor het maken van mallen voor het bakken van brood.
Eric Sas, de CFO van Ultimaker, een producent van 3D-printers, is wat voorzichter in zijn voorspelling over de teokomst van 3D-printen. Hij verwacht verdere groei, maar durft niet te zeggen hoe groot het marktaandeel wordt. Hij ziet nog veel te nemen hordes.
‘Het is moeilijk in te schatten hoe snel deze technologie zal groeien’, zegt Lauren Slowik van Shapeways. Zij denkt dat 3D-printing niet in alle industrieën zal toetreden omdat de kosten van het produceren van 3D-geprinte goederen nog steeds te hoog zijn voor sommige bedrijfstakken.
Hoewel de 3D-printmarkt nu groeit en bloeit, zijn er, naast de hoge kosten die Slowik noemt, ook factoren die de ontwikkeling kunnen belemmeren. ING noemt onder meer het feit met dat de meest voorkomende 3D-printers geen snelle productie mogelijk is, dat bepaalde natuurlijke materialen, zoals hout, niet kunnen worden gebruikt in 3D-printers en een tekort aan bekwame ontwerpers. Ook valt de kwaliteit van 3D-geprinte producten nog vaak tegen.
Door: Kelly Bakker
Bron: ING ‘3D printing: a threat to global trade’